Introduceer jij jezelf of laat je dat doen?

Yes, you made it! Na jaren van expertise opbouwen, vloggen en bloggen is het eindelijk zover: je wordt gevraagd als een key note speaker. De droom van iedere professional!

Nietes: dit is de droom van elke professional

Je wilt natuurlijk een goed verhaal presenteren, maar dan begint gelijk al het gedoe: want hoe begin je? En nog voor je begint: hoe introduceer je jezelf? Doe jij dat of doet iemand anders dat? En hoe dan?

Wat wil je precies introduceren?

Even de retorische theorie in: een introductie van een presentatie heeft meerdere doelen. Enerzijds is er het introduceren van het verhaal, het onderwerp, oftewel, de inhoud, en anderzijds is er het introduceren van de spreker, de persoon die het verhaal vertelt.

De vraag bij het bedenken van de introductie is dan vooral: hoeveel tijd besteed ik aan het introduceren van mezelf versus het verhaal? Wat is de ideale balans tussen die twee? Hoeveel moet ik over mezelf vertellen, mijn eigen achtergrond en autoriteit op dit gebied, en in hoeverre mag dat ten koste gaan van een goede introductie van de inhoud? Gelukkig is die vraag naar balans makkelijk te beantwoorden met een simpel gedachte-experiment:

Ga op de stoel van je publiek zitten

Leef je in het moment voor aanvang in: jij gaat als publieksdeelnemer zitten en langzamerhand verzamelen er zich steeds meer bezoekers om je heen. Sluit je ogen. Luister naar het verwachtingsvolle geroezemoes en probeer dan de volgende twee vragen te beantwoorden:

1. Kent het publiek je?
2. Zo ja: vertrouwt het publiek dat jij de juiste persoon bent om dit verhaal te vertellen?

Met deze vragen in de hand krijg je verschillende scenario’s. En per scenario is er een duidelijk antwoord over of je jezelf moet introduceren of niet.

Het publiek kent je en vertrouwt je

Easy peasy. Dit is wat Engelsen noemen een ‘shoo in’ (ja dat schrijf je echt zo!), en in goed Nederlands heet dit ‘een gelopen race’. Het is alsof je René Froger bent voor een RTL-4-publiek: een gegarandeerde hit.

In dit geval maakt het weinig uit of jij jezelf introduceert of niet: je publiek is toch wel fan van je. Laat een goede dagvoorzitter jou alleen maar aankondigen met een lekkere, volvette drieslag en een goede spanningsopbouw zodat zij een maximaal applaus voor jou weet los te krijgen, en gaan met die metaforische banaan.

Let’s get ready to RRRRRRRRUUUUUUUUUMMMBLLEEEEE!!!!!!

Net als bij een bokswedstrijd – je staat gelijk met 1-0 voor. Praat bij de introductie zo min mogelijk over jezelf en doe datgene waar je voor gekomen bent: een inhoudelijk goed verhaal vertellen.

Het publiek kent je maar vertrouwt je (nog) niet

OK, dat kan. Waarom vertrouwt het publiek je niet? Is er sprake van echt wantrouwen – bijvoorbeeld omdat je de keynote speaker bent op een interne bedrijfsconferentie van een bedrijf dat je net tegen heug en meug door een transformatie hebt gejaagd? Of is er vooralsnog geen sprake van vertrouwen omdat ze je al wel een beetje kennen, maar nog niet goed genoeg?

In beide gevallen geldt: vertrouwen krijg je niet kado, je moet het verdienen. En dat betekent dat je in de introductie van je verhaal je toch ook tijd aan het introduceren van jezelf moet besteden.

In het geval van echt wantrouwen doe je dat door de onderhuidse weerstand direct te benoemen. Zeg dat je begrip hebt, verklaar je nader als gepast en geef in geen geval smoesjes. Eventueel boe-geroep of andere orde-verstoringen moeten vooral door de dagvoorzitter ingetoomd worden.

Natuurlijk is het een Amerikaanse worstelaar die het MEESTE BOEGEROEP OOIT!!11!! heeft ontvangen

In het geval van vooralsnog ontbrekend vertrouwen: vestig het zelf. Zeg zelf waarom je wél ergens expert in bent, of ergens autoriteit over bent. Doe dat niet té fier: in ons koude kikkerlandje moet je slechts voorzichtig je kop boven het maaiveld uitsteken. Laat je expertise of autoriteit subtiel blijken, door bijvoorbeeld een paar van je wapenfeiten aan te halen.

Het publiek kent je niet

Het fijne van een publiek dat jou niet kent, is dat ze ook geen enkele reden hebben om je (nog) niet te vertrouwen. Denk wel goed na of je publiek hun verwachtingen niet via een omweg invult en je dus alsnog niet denkt te kennen. Stel je bijvoorbeeld eens voor dat je een Amerikaanse speechschrijver bent die in Nederland spreekt: alleen de term ‘een Amerikaanse speechschrijver’ wekt indruk op je publiek.

Maar stel je nu eens voor dat je niet zomaar een Amerikaanse speechschrijver bent, maar dat je voor de President hebt geschreven. Je publiek ligt al plat voor je als er in het programmaboekje staat: ‘een Amerikaanse speechschrijver voor OBAMA’. En het publiek zal meewarig grinniken als er staat ‘een Amerikaanse speechschrijver voor TRUMP’ – wat ongeacht of wij Nederlanders pro- of anti-Trump zijn, iedereen weet dat The Donald zich nooit houdt aan de instructies van zijn communicatie-adviseurs.

Gelukkig maar – anders hadden we dit soort juweeltjes gemist

Mocht het zo zijn dan je publiek je écht niet kent, dan zit er maar één ding op: ze moeten je leren kennen. En dat betekent dat zowel de dagvoorzitter áls jijzelf tijd moeten besteden om uit te leggen wie jij bent. Laat je dagvoorzitter dan vooral tijd eraan besteden om het publiek enthousiast te maken over het onderwerp – om dan te vertellen waarom jij nu precies degene bent die hier iets zinnigs over te vertellen heeft, en begin jij dan vooral over enkele wapenfeiten om vervolgens weer de brug te maken naar de inhoud.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *