Radiostilte rondom de formatie: goed of slecht?

Het NRC staat te juichen vandaag: in een column schrijft formatiewatcher Emilie van Outeren dat er EINDELIJK iets uit de formatie gelekt is.

Daarna leek het NRC bijna te suggereren dat lekken bij de formatie moet, dat dit een inherent democratisch goed is. Zoals Van Outeren schreef: “Het zwijgen tijdens deze maandenlange formatie werd door alle betrokkenen zo rigide volgehouden, dat het leek alsof er op een dag een kabinet zou staan zonder dat er vooraf iets was uitgelekt.”

Tja, geen formatie is compleet zonder lekken, blijkbaar. Maar of we er nu een democratisch recht op hebben?

The formatie wants to be free?

Aan de ene kant zou je zeggen van wel: openbaarheid is een groot goed binnen een democratie. De vier coalitiepartijen smeden een akkoord, en dat akkoord wordt het lanceerplatform voor beleid dat ze er de komende vier jaar doorheen proberen te duwen. Dat beleid gaat de burger aan, en dus zou je denken: daar moet de burger ook zijn neus in kunnen steken.

Aan de andere kant is het maar de vraag of je openbaarheid altijd zo rigide wilt toepassen. Openbaarheid heeft immers een doel, een functie, het moet nuttig zijn. Als openbaarheid als principe in de praktijk schadelijk blijkt te zijn, dan moet je misschien nadenken over hoe je het toepast.

Denk bijvoorbeeld aan die bekende slogan ‘information wants to be free’. Mooi principe. Waarschijnlijk knik je instemmend als je dit leest. Tot ik de volgende stap neem en je om je pincode vraag. Die geef je (natuurlijk) niet. Maar waarom niet? Je pincode is toch informatie, en informatie wil toch vrij zijn?

De oplossing zit hem weer in de balans: openbaarheid is goed, tenzij… . Is er een ‘tenzij’ denkbaar voor de formatie?

Formeren is ruilen van gevoelige belangen

Ja, die is er: die zit hem in de uitruil van belangen. Dat zit zo: een coalitieakkoord is een ingewikkeld document omdat verschillende partijen op verschillende beleidsterreinen er tegelijkertijd belangen uitruilen. De VVD doet een beetje water bij de conservatief-liberale wijn hier, D66 eet de medisch-ethische soep wat minder heet dan dat ze die tijdens de campagne opdiende, enzovoorts.

Die uitruil komt tot stand via een lastig proces: de formerende partijen nemen eerst de tijd om allerlei dossiers te bespreken en per dossier tot een compromis te komen. Impliciet houden de onderhandelaars een scorekaart bij. Bijvoorbeeld, in week drie staat de VVD misschien voor op punten omdat alleen het dossier ondernemerschap tot nog toe besproken is, maar dat komt in week zeven wel weer goed als de VVD een paar stappen tegemoet komt aan D66 en de ChristenUnie over immigratie en asiel.

Als alle dossiers besproken zijn, kijken ze naar het geheel. En als ze dan blij zijn met het geheel (hier verliezen we wat, daar winnen we wat meer, dus netto gaan we erop vooruit) geven ze er een klap op en committeren ze zich aan het proberen uit te voeren van dit plan.

Als je tussendoor dit proces openbaar maakt, dan verstoor je dit proces, want de tussenstand wordt dan ineens gerapporteerd als eindstand. In bovenstaand verzonnen voorbeeld: een lek in week drie betekent dat de kranten en de kiezers gaan denken dat de VVD de onderhandelingen ‘gewonnen’ heeft.  De schijnbaar verliezende partijen gooien dan waarschijnlijk het bijltje erbij neer, omdat reputatie als partij die voor haar kiezers en achterban goede politieke deals kan sluiten is, naar de knoppen is.

Het gevolg daarvan is weer dat er geen regering van de grond komt, en het gevolg daar weer van is dat het land niet bestuurd wordt. En dat is de belangrijke ‘tenzij’ bij het idee van openbaarheid van coalitie-onderhandelingen: uiteindelijk is het krijgen van een regering belangrijker dan het principe van openbaarheid.

Maar we willen democratische controle!

Klopt – democratische controle moet. Essentieel!

En gelukkig heb je die democratische controle ook: de te vormen regering moet namelijk elk plan nog door de Tweede Kamer (en Eerste Kamer!) zien te loodsen. Elk plan zal daar weer apart, dossier voor dossier, besproken worden. De politieke inhoud en rechtvaardiging van de beslissing komt dus sowieso naar voren – en dat is waar een democratisch bestel om draait: dat politieke beslissingen publiekelijk gerechtvaardigd en bekritiseerd worden.

Het gebeurt heus wel, NRC, alleen wat later.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *