Hoe verzin je spin, deel twee: positieve spin
Vorige week gaven we de jongens en meisjes uit de reclamewereld al een mooie tip cadeau: zo verzin je spin (en natuurlijk ook: mooie slogans).
Deze week beantwoorden we een belangrijke vraag die een lezer aan ons stelde. Die had dat bericht gelezen en wilde weten:
‘Allemaal leuk en aardig dat ik jullie me nu vertellen hoe ik iets een negatieve spin kan meegeven…maar hoe doe ik dat als ik iets positief wil spinnen?’
U vraagt, wij draaien.
Hoe ging het ook alweer?
Je kunt natuurlijk hetzelfde recept proberen te volgen. Dat recept was simpel: verzin woorden die niks met datgene wat je wilt spinnen, te maken hebben. Meng die woorden vervolgens met woorden die wél van alles te maken hebben met datgene wat je wilt spinnen. Voilà: spin!
Met die techniek is niet alleen ‘villasubsidie’ verzonnen, maar ook ‘tsunami van moslims’, ‘plofkip’ en nog heel veel meer. Vorige week kwamen we onder andere op ‘betonnen kolos van het kapitalisme’ en ‘duivelse dieselkerk’. Tien tegen één dat jij met wat langer dan tien minuten brainstormtijd er nog tig betere kunt verzinnen.
Er zijn meer manieren om een ei te bereiden
Maar één spinkreet had je met de bovenstaande techniek niet kunnen verzinnen. Althans: niet helemaal. En dat is de positieve spinkreet van ‘Het Groene Hart’. Hoe zit dat?
De voorbeeldkreten hierboven hebben allemaal gemeen dat één deel verwijst naar wat in jargon je ‘doelterm’ heet. Je doelterm is datgene wat je als het ware ‘in wil kleuren’. Zo wilde Geert Wilders moslims negatief afschilderen en Wakker Dier de kip uit de bio-industrie.
Het andere deel verwijst naar wat in jargon je ‘bronterm’ heet. Je bronterm is datgene waarmee je jouw doelterm inkleurt. Zeg maar, de kwast waarmee je schildert. Zo gebruikte Geert de tsunami als hele grote, enge, harige kwast om moslims negatief mee af te schilderen en was voor Wakker Dier ‘doet heel erg BOEM’ het schildergerei.
Maar kijk nu eens naar de leus ‘Het groene hart’. Wat is daar de doelterm?
Uhhh…even kijken…het lichaam?
Nee: hart is een ‘bronterm’, een kwast waarmee de bedenker iets probeert in te kleuren. Maar wat dan?
Uhh, nou, duurzaamheid dan?
Nee, want ook ‘groene’ is een bronterm. Deze schilder gebruikt twee kwasten om iets af te schilderen! Maar wat dan?
Het antwoord is natuurlijk: het gebied dat we het Groene Hart noemen. De regio middenin de Randstadring: de vele hectares aan land- en tuinbouw, varkensflats en ohja, hier en daar een polletje veenweide waarvan we doen alsof het bij elkaar heel veel oeroude natuur betreft.
Door dat gebied met niet één, maar twee brontermen in te kleuren, krijg je een extra sterk frame. Want probeer maar eens in je eerstvolgende kroegdiscussie voor te stellen om iets in het Groene Hart te bouwen. De reacties zijn nu al te voorspellen:
- Daar kun je toch niet in snijden?
- Dan slibt Nederland dicht!
- Geheid dat de Randstad dan geen zuurstof meer krijgt en stikt!
Allemaal reacties die meer over de spin gaan dan over het daadwerkelijke gebied (vol land- en tuinbouw en varkensflats).
Positieve spin rondom de parkeergarage
De vorige week bespraken we een fictief voorbeeld van een parkeergarage. Stel nu dat je de wethouder bent, of raadslid, of zelfs bewoner die eigenlijk wel voor die parkeergarage is. Hoe verzin je nu zo’n dubbelframende spin? Simpel: sla stap 1 van de vorige week over, begin gelijk met het gevoel en associeer vandaaraf verder. Bijvoorbeeld:
Het gevoel: je bent dus blij met die parkeergarage, maar waarom? Even nadenken levert het volgende op: mensen komen nu van heinde en verre om jouw historische stadscentrum te bezoeken en plempen hun auto’s nu evengoed neer in jullie buurt. Een parkeergarage maakt jullie buurt juist rustiger, stiller en veiliger door het bezoekersverkeer te kanaliseren.
In die zin lijkt het op een dam. Het woord ‘dam’ geeft alvast één bronterm cadeau. Wat hoort er nog meer bij ‘dam’? Nou: ‘water’, ‘stortvloed’, ‘buien’, ‘rivier’, ‘stroming’, maar ook vergelijkbare woorden zoals ‘dijk’, waterkering’ en zo nog wat meer.
Eens kijken of we nóg een term kunnen verzinnen: de term ‘dam’ geeft nog wel heel erg weer dat het ergens tegen beschermt, maar wat is dan het goede dat het beschermt? Laten we eens beginnen met ‘rust’: welke woorden komen zo bij je op? ‘Stilte’, ‘sereniteit’, ‘slaap’, ‘dutjes’, ‘vrede’, ‘kalmte’, ‘gemoedelijkheid’.
En bam: daar heb je al een paar mooie termen. Die parkeergarage is helemaal geen betonnen kolos van het kapitalisme of een duivelse dieselkerk. Nee, het is juist een gemoedelijkheidsdijk, een dam die de kalmte in de wijk bewaakt tegen een stortvloed aan dagjesmensen, de waterkering die de serene en vredige rust in Woonwijk juist beschermt!
Gemoedelijkheidsdijk, kalmtedam, waterkering voor de sereniteit – dat alles heb ik net in welgeteld drie minuten verzonnen. Wederom: in tien minuten tijd verzin jij zo vijf betere ideeën.
Zo doe je dat dus, spin verzinnen. Ook positieve spin!