Gelukkig gingen ze niet met elkaar op de vuist
Soms schaam ik me enorm als ik zeg dat wij training geven in debatvaardigheden. Gister was zo’n moment, want kijk eens naar dit Kamerdebat gisteren:
Als dit debatteren is, dan hoef ik het niet.
Het kan nog erger
Nou ja, we kunnen het ook positief bekijken: het had een heel stuk erger gekund. Ze hadden ook gewoon met elkaar op de vuist kunnen gaan, zoals recent nog in Jordanië:
Of kijk eens hoe de Oekraïnse parlementariërs kerst met elkaar vieren:
Kerst met de fam wordt zo echt een stuk gezelliger. Neem jij deze heren even anders mee naar de McDonald’s, Merol? Feest van vrede, enzo?
Wat het zo verkeerd maakt
Goed, je kunt je dus ergeren aan de toon van het politieke debat. Maar de manier van spreken die zowel Öztürk als De Graaf hanteren, is meer dan ‘gewoon ergerlijk’. Ergerlijk is een kwestie van smaak: ik erger me aan Merols bij elkaar geraapte teksten en hoe ze zich de popcultuur van de late jaren ’80, begin jaren ’90 van de vorige eeuw zomaar toe-eigent, maar ik erken heus ook prima dat anderen haar geniaal grappig kunnen vinden. Het leven is nu eenmaal borderline, toch?
Maar het taalgebruik van DENK én de PVV gaat hier een fundamentele grens over. Het is geen kwestie meer van smaak, maar van waarden. Het gaat niet meer om esthetiek, maar ethiek. Meer specifiek en met een moeilijk woord: ‘discoursethiek’, om precies te zijn – als we toch de cultuur van de late jaren ’80 en begin jaren ’90 van de vorige eeuw aan het plunderen zijn, met excuses aan meneer Habermas.
Discoursethiek stelt dat de kern van discussies voeren in een democratische rechtstaat is dat je regels instelt om die discussie ordelijk en vooral eerlijk te laten verlopen. Het doel van die regels is om een zogeheten ‘machtsvrije ruimte’ te bouwen, zodat de besluiten die mensen in zo’n discussie nemen niet gebaseerd zijn op chantage of dreigementen, maar op inhoudelijke argumenten.
Vergelijk het met een rechtszaak: als je een min of meer ‘objectieve’ uitspraak wilt van een rechter in een burenruzie, dan stel je regels op van wat de partijen in zo’n rechtszaak mogen doen en zeggen. Je verwacht niet dat een advocaat van de ene kant ineens roept: “edelachtbare, ik heb hier twee tickets voor Iron Maiden – ga mee en oordeel dan in het voordeel van mijn cliënt!”.
Of realistischer, wat een advocaat pertinent nooit mag doen is iets zeggen als: “goh, mooi huis heeft u daar, edelachtbare….zou zonde zijn als er, uh….iets mee gebeurt“.
Maar dat is dus wel wat De Graaf en Öztürk hier beiden doen: ze stellen niet het onderwerp, maar elkaar ter discussie. Habermas zou zeggen: das is nicht toll, Leute. Nicht toll.
Maar wat moet je dan doen?
Het moeilijke van dit soort regels is dat ze alleen werken wanneer de spelers van het spel zich er zelf aan houden. Arib doet wel haar best om de beide heren erop te wijzen dat dit niet netjes is, maar de vraag is of het aankomt – te zien aan de reacties van de heren na haar interventie, is het antwoord ‘nee’.
Aanvullend probleem is dat zowel de PVV als DENK er een belang bij hebben om dit uit de hand te laten lopen: wat ze hier zeggen, levert weer fantastisch materiaal op om te delen met hun achterban, die dit natuurlijk één op één doortwittert en direct hun eigen kant gelijk geeft. Dit geeft de Kamerleden een vrijbrief om van debatteren een bloedsport te maken, alsof je aan rugbyspelers vertelt dat ze ook best wapens mogen meenemen naar de wedstrijd – ook weer iets wat bedacht is in de laten jaren ’80, begin jaren ’90.
Het enige wat de Kamervoorzitter kan doen, is ‘het vuur’ eruit halen door expres een hele trage interventie te doen. De hitte verdwijnt dan uit het debat, men reageert even niet meer hap-snap op elkaar, en misschien krijgt een ander Kamerlid dan de ruimte om op een ándere, productievere en democratischere manier politiek te bedrijven.
Dat is precies wat Arib hier doet, en dat doet ze dus goed. Maar dat neemt niet weg dat wat De Graaf en Öztürk hier doen, gewoonweg niet thuishoort in de Tweede Kamer. Kunnen ze niet een rap battle houden ofzo?
Nee, zulk talent hebben ze dan ook weer niet.