Leiderschap: you don’t see what you get
Wat kunnen we altijd heerlijk lachen om wat je enigszins eufemistisch de ‘unieke leiderschapsstijl’ van Gordon Ramsay kan noemen. Als je het Engelse F-woord niet al te ergerlijk vindt, dan is hier een goede samenvatting:
https://www.youtube.com/watch?v=fb9Jivr8cvs
Uh,….NSFW, I guess?
Entertainment, dat is het zeker. Maar heel Management-boek-lezend Nederland weet ook: dit is een bar slechte communicatiestijl. Ramsay zou wel eens een lesje ‘geweldloos communiceren’ kunnen gebruiken, denkt men. Dat is veel beter – niet alleen voor zijn eigen bloeddruk, maar zijn team gaat ook écht een stuk beter werken als hij wat empathischer en aardiger communiceert.
Maar is dat wel écht zo?
Nou, nee.
En dat zit zo:
Soms is een boze leider de beste leider
Een drietal vermetele Nederlandse onderzoekers (Van Doorn, Van Kleef en Van der Pligt, link naar artikel hier) durfden het aan om eens te onderzoeken of het waar is wat generaties aan amateur-psychologen voor zoete koek slikten: klopt het dat volgers hun werk beter gaan doen wanneer de leider ook een ‘aardiger’ communicatiestijl hanteert?
Ze kozen ervoor om dit experimenteel te toetsen. Hun eerste experiment zag er ongeveer zo uit: deelnemers moesten honderd wordparen uit het hoofd leren, waarna ze een voorlopige toets kregen. Na die voorlopige toets kregen ze een video met daarin een docent die óf op blije, óf op boze toon extra tips gaf om beter te kunnen leren. De deelnemers kregen daarna de woordenlijst mee naar huis en werden later getest op hoeveel van de combinaties ze later nog herkenden.
De wetenschappers huurden een getrainde acteur in voor de feedback
En wat bleek?
De deelnemers die de video op boze toon als ‘feedback’ hadden gekregen, scoorden beter dan de deelnemers die de blije toon als ‘feedback’ hadden gekregen. Tja, soms is een boze leider blijkbaar beter dan een blije leider.
Ja maar dat kan toch niet?
Ik hoor je nu denken: “Dit is één experiment, één paper, er zijn er vast duizenden meer die laten zien dat ík gelijk heb, namelijk dat goede leiders altijd vriendelijke leiders zijn, en.., en….”
Helemaal waar, die reactie. Raak gezegd, want wetenschap is een precaire en precieze zaak, en het is ontzettend moeilijk om empirisch iets te bewijzen. Dus: lees zo’n onderzoek vooral en trek er je lessen uit, maar maak er in je hoofd geen NU.NL-kop van.
Ik zou alleen zo graag willen dat wij allemaal diezelfde kritische reactie óók hadden gehad bij wat onze amateur-psychologen-intuïtie ons influistert, voordat een wetenschapper dit soort intuïties gaat testen.
Precies het soort intuïties dat we op Instagram kwakken als ‘inspirational quote’.
NU EVEN NIET
Het soort plattitudes dat ons doet denken dat een échte leider altijd maar moet inspireren, motiveren en ons van geluk doen vibreren.
Uh.
Wat je voelt is niet wat je doet
Een belangrijk onderscheid als het gaat om leiderschap, is het onderscheid tussen de ‘objectieve’ impact en de ‘subjectieve’ impact. De objectieve impact is wat een volger doet met wat de leider zegt of doet. De subjectieve impact is hoe de volger zich erbij voelt, en dan dus ook hoe de volger zich voelt over de leider.
En wat onder andere bovenstaand experiment liet zien, is dat er tussen die twee wel eens licht kan zitten. Je kunt én een hekel krijgen aan je leider omdat hij je uitscheldt, én je kunt ook nog eens je werk beter gaan doen….óók omdat hij je uitscheldt.
Je voelt niet altijd wat het je oplevert – you don’t always see what you get.
En dus?
Mooi, hoor ik de ouderwetse up-or-out-manager al denken. Ik ga weer terug naar vroeger, toen we de tent gewoon nog konden runnen als een militaire operatie en ik die sukkels van een juniors even flink de oren kon wassen.
See? I arranged for you to see that.
Nou, nee. Want dan doe je weer wat ik je net ontraadde: van één onderzoek een NU.NL-kop maken.
Het ligt heel wat complexer, dat fenomeen dat we ‘leiderschap’ noemen. Zo is die subjectieve component natuurlijk óók belangrijk, al was het maar om de sfeer binnen het team op lange termijn goed te houden.
Het is een beetje zoals Aristoteles zei:
“Iedereen kan boos worden, dat is makkelijk. Maar boos worden op de juiste persoon, in de juiste mate, op de juiste tijd, met het juiste doel en op de juiste manier – dát kan niet iedereen, dát is niet makkelijk”
Misschien niet de korte, bondige tegeltjeswijsheid waar je op hoopt als teamleider. Maar niemand zei dat leiderschap makkelijk samen te vatten was in tegeltjeswijsheden. Gaat heen en leidt, leider!